Aantal gevangenen goed voor ongeveer een zesde zetel

Op 25 mei trekken Surinamers opnieuw naar de stembus om de volksvertegenwoordigers te kiezen. Van de totale bevolking van ruim 650.000 inwoners zijn volgens de in april gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB), zo’n 399.930 mensen stemgerechtigd. Personen die overleden zijn, de Surinaamse nationaliteit hebben verloren of in detentie zitten, worden automatisch van de kiezerslijst verwijderd. Met betrekking tot die laatste groep gaat Parbode na hoe groot hun aandeel is en welke impact hun uitsluiting voor deelname aan de verkiezingen heeft op het verkiezingsproces.
Door Raoul Roeplal
Volgens gegevens van het Korps Penitentiaire Ambtenaren (KPA), het korps belast met de bewaking en resocialisatie van gedetineerden, bevinden zich momenteel 889 mensen in Surinaamse gevangenissen. Dit aantal varieert maandelijks, maar gemiddeld zijn er tussen de 750 en 800 gedetineerden. Voorlichter Wendel Pinas benadrukt dat dit cijfer een momentopname is, maar voldoende representatief om een indicatie te geven van de omvang.
Als we deze groep afzetten tegen de kiesdeler – het aantal stemmen dat nodig is voor één zetel in De Nationale Assemblée – wordt hun betekenis duidelijker. Bij de verkiezingen van 2025 is de kiesdeler geraamd op ongeveer 5.749 stemmen per zetel. In 2020 lag dit nog op 5.387 stemmen. Met 889 uitgesloten gedetineerden gaat dus circa 15,46% van een zetel verloren – ofwel iets meer dan een zesde van de benodigde stemmen voor één parlementariër. Hoewel het op het totaal bescheiden lijkt, is het in een verkiezing waarin elke stem telt, moeilijk verwaarloosbaar.
Onder de uitgesloten groep vallen niet alleen veroordeelden, maar ook mensen die nog in voorarrest zitten of waarvan hun zaak in hoger beroep loopt. “Je komt in een gesloten gemeenschap en kunt daardoor niet deelnemen aan maatschappelijke processen,” aldus Pinas. In het verleden is het idee opgeworpen om ook gevangenen te laten stemmen. In sommige landen kan dat bijvoorbeeld door mobiele stembureaus in detentie-instellingen in te zetten. Maar Suriname kent hiervoor geen wettelijke basis.
Sterker nog, begin 2025 zijn de Grondwet en de Kiesregeling aangepast, waarbij expliciet is vastgelegd dat personen die rechtens van hun vrijheid zijn beroofd, uitgesloten zijn van het kiesrecht. Er is op dit moment geen ruimte voor participatie van gedetineerden in het democratische proces. Eventuele voorstellen om dit te veranderen, zouden opnieuw een parlementaire behandeling vereisen.
Voorlopig blijft de situatie dus ongewijzigd: honderden Surinamers in detentie hebben geen stem in wie het land bestuurt. Of daar in de toekomst verandering in komt, hangt af van politieke wil en maatschappelijke discussie over de rechten van burgers – ook als zij hun vrijheid tijdelijk hebben verloren.