Advocaten van het bos: Sieuwnath Naipal – Parbode Sneak Peek

“Bos en en water zijn met elkaar verbonden”, zegt professor Sieuwnath Naipal. “Wortels nemen water op, bladeren geven water af. Wortels houden ook grond vast, zodat er geen erosie plaatsvindt als er water over land stroomt. Bomen hebben invloed op luchtstromingen en regenval.” Professor Naipal heeft veel kennis over de werking van water op kleine schaal, maar hij weet ook hoe rivieren en zeeën invloed hebben op het land. Hij gaat verder: “Als je kijkt naar het hele gebied vanaf de Amazonerivier tot onze Surinaamse kust, dan zie je hoe alles samenhangt. Als er ergens bos wordt gekapt, kan dat invloed hebben op de stroming van een rivier, hoe deze naar zee loopt en hoe dat invloed heeft op het kustgebied aan zee.”
Sieuwnath is opgegroeid in Nickerie en wist al jong dat hij waterdeskundige wilde worden. Over water valt veel te bestuderen, bijvoorbeeld de kwaliteit of de vervuiling, maar Sieuwnath was geïnteresseerd in stromingen en krachten. Met een financiële ondersteuning van het ministerie van Onderwijs, maar vooral met een beurs van de toenmalige Sovjet-Unie, heeft hij in de jaren negentig in Rusland zijn gewenste studie kunnen doen. Zo werd hij hydroloog. Na zijn studie was hij vastberaden om terug te keren naar Suriname, om zijn kennis te kunnen inzetten voor natuurbehoud.
Na zijn terugkomst is hij veel bezig geweest met het ontwikkelen van miniwaterkrachtcentrales voor rivieren in het binnenland. Het water stroomt van het land naar de kust, van boven naar beneden en daar kan gebruik van worden gemaakt. Miniwaterkrachtcentrales wekken energie op zonder dat je er diesel voor nodig hebt en zonder dat je water vervuilt. Sieuwnath: “Met dat soort technieken kan je de bossen en de hele natuur beschermen, want je hoeft geen energie uit hout te halen en je hoeft minder bos te kappen voor de landbouw, want je kunt voor kassenteelt een watersproeisysteem maken. Dan heb je volop energie op de plek waar je het nodig hebt en kan de rest van het bos gewoon blijven staan. Zo kan de menselijke ontwikkeling doorgaan en kan je tegelijk de natuur beschermen.”
Op dit moment doet Sieuwnath onderzoek naar kustbescherming ten noorden van Paramaribo.
Vroeger bestond hier de kust uit mangrovebos. Mangrovebomen hebben hoge wortels die voor een deel boven de grond groeien. Ze kunnen goed tegen het zoute water van de zee. Maar in het verleden zijn de bossen langs de kust op veel plaatsen weggehaald en zijn er polders voor in de plaats gekomen. Het probleem is dat een polder geen bescherming geeft tegen de zee.
Door de klimaatveranderingen komt de zee steeds hoger op de kust. De polders zijn dan ook aan het wegspoelen, waardoor er gevaar ontstaat voor de mensen die langs de kuststrook wonen. Op dit moment maakt Sieuwnath zich hierover het meest zorgen. De zeespiegelstijging vormt een grote bedreiging voor Suriname. Hij vraagt zich af: “Stel dat het water stijgt tot aan de huizen, wat gaat de overheid dan doen? Moeten de mensen geëvacueerd worden? Of moet er een dijk worden gebouwd?” Een dijk is duur en vergt onderhoud. Sieuwnath ziet de oplossing in het terugkweken van de mangrovebossen die hier van oorsprong altijd zijn geweest. Deze bomen vormen een bufferzone tussen het land en de oceaan.
De afgelopen drie jaar heeft de professor met zijn team in de gebieden van de weggespoelde polders gekeken op welke manier de mangrovebomen het beste zijn op te kweken. Het onderzoek is nu zover dat er een begin kan worden gemaakt met het aanplanten. Sieuwnath is erg enthousiast: “We hebben de kwelder, dus het gebied waar weer bossen moeten komen, afgezet met palen. De palen breken de golven, zodat ze minder krachtig zijn, zo kan de modder aanslibben en wordt het land hoger. Op peillatten kunnen we ook de waterstanden en de modderhoogte aflezen. Als de modder voldoende is opgeslibd, gaan we mangroveboompjes aanplanten. We zijn nu de zaadjes aan het inzetten in potten, later zetten we ze in de grond. Dus dan komt er een ‘wetland’ waar de groei vanzelf verder doorgaat en de natuur weer herstelt.”
Lees het hele artikel in het augustusnummer van Parbode