Bori Tori- Parbode Sneak Peek

Eindelijk, na maanden van glimlachjes naar elkaar te hebben geworpen, had Poniman gezwaaid naar Ricardo. Deze was van zijn fiets afgestapt en het terrein opgelopen waar Poniman werkte. Hij was onkruid aan het wieden tussen de djiepeer-struiken op de velden van zijn vader. Ze raakten aan de praat. Er klonk gelach en gegiechel. Poniman en Ricardo vonden elkaar leuk! En dat was te merken aan die stevige brasa bij het afscheid.
Sindsdien bracht Ricardo elke dag wat te eten voor Poniman. Die kreeg maar geen genoeg van al dat lekkers. Hij ging zelfs thuis minder eten, tot frustratie van zijn moeder. “Wat is er mis met het eten?!” Poniman probeerde zijn moeder tevergeefs gerust te stellen. Uiteindelijk gaf hij maar toe dat hij elke dag een maaltijd van Ricardo kreeg. Hij bloosde toen hij erbij zei dat het zijn vriend was. Zijn moeder begon te gillen van ontzetting. “Je neemt eten van een Ricardo, een man? Van een ‘orang malu’ die niet veel beter is dan een ‘orang utan’?! Fout, Poniman, fout!” Hoofdschuddend liep hij weg. Hij hoorde zijn vader roepen en draaide zich om.
“Kom met mama praten, mi boi. Je weet waarom sommige mensen zo denken toch? Als ik niet licht van kleur was geweest en glad haar gehad, was jij er nooit geweest. Niet bij deze moeder in ieder geval.” Hij keek naar het haar van zijn vader. Hij had het nooit langer dan een centimeter gezien. Altijd was het ‘plat’ geknipt. Toen hij een keer een oude foto van zijn vader vond, had hij gevraagd waar die mooie bos krullen was gebleven. Zijn moeder had die foto uit zijn handen gerukt en hem toegebeten dat zijn vader geen krullen had. “Hij heeft het goede haar van zijn Chinese moeder.” Poniman zei maar niets en liet haar in die koloniale waan van goed en slecht haar.
Zijn vader lachte altijd hoofdschuddend als zijn vrouw zo bezig was. Ondanks de verschillen van mening was hun liefde voor elkaar wel puur en vol passie. Het baarde hem soms zorgen als ze weer zo aan het afgeven was op mensen met een donkere huidskleur. Hij hoopte maar dat ze niets geks zou doen tegen Ricardo. Maar maanden verstreken en behalve zuur kijken als Ricardo kwam, deed zijn vrouw verder wel normaal. Ze deed zelfs haar best haar ongewenste schoonzoon te accepteren want het was erg duidelijk dat hij haar zoon gelukkig maakte. En ook al had ze moeite met zijn afkomst, ze moest hem accepteren omwille van haar zoon. Soms hoopte ze dat die Ricardo gewoon weer verdween.
Het hele artikel is te lezen in het aprilnummer van Parbode.