De teloorgang van een land- Parbode Sneak Peek

Het zit niet mee in Venezuela. De economie raakt steeds dieper in het slop, de rijen voor de winkels worden alsmaar langer en de schappen leger. Demonstraties tegen de schaarste en tegen president Maduro halen tot nu toe weinig uit. Eind maart haalde het land wereldwijd de pers, toen het Hooggerechtshof de taken van het parlement overnam, wat Maduro na 48 uur weer terugdraaide. Het klinkt als een 1 aprilgrap, maar er valt weinig te lachen in het naar armoede en dictatuur afglijdende land.
Venezuela, het land dat op de grootste oliebel ter wereld zit, heeft een chronisch tekort aan dollars. Na jaren van een verkwistend beleid in combinatie met de wereldwijde val van de prijs van olie – het enige belangrijke exportproduct van Venezuela –, is de schatkist van de overheid bijna uitgeput. De reserves van het land bedragen nog maar rond de 10,4 miljard US-dollar. Waar in de hoogtijdagen een vat ruwe olie 100 US-dollar opleverde, was dat vorig jaar nog maar 35 US-dollar. Venezuela is praktisch geheel afhankelijk van de olie; 90 procent van de inkomsten uit export is ervan afkomstig.
De binnenlandse productie, anders dan olie, is door economisch wanbeleid de laatste jaren vrijwel volledig opgedroogd, waardoor voedsel, medicijnen en andere basisproducten moeten worden ingevoerd. Daarvoor ontbreekt het de regering aan financiën, zodat de schaarste aan bijna alles enorm is. Inmiddels leeft meer dan 82 procent van de ruim 31 miljoen Venezolanen onder de armoedegrens. Het bruto binnenlands product (bbp) is sinds 2013 met 20 procent gedaald volgens cijfers van de Wereldbank. Vorig jaar bedroeg de inflatie tussen de 500 en 800 procent en de economie krimpt al drie jaar op rij. Vooral China heeft Venezuela de afgelopen jaren op de been gehouden met grote leningen, gedekt door Venezolaanse olie. Het staat te bezien hoe lang China nog geld in Venezuela wil steken.
Monddood
Terwijl het land steeds dieper wegzakt in de economische afgrond, vechten de regering en de oppositie om de macht. Eind 2015 won de oppositie, die bestaat uit een onsamenhangend geheel van meer of minder rechtse partijen, de parlementsverkiezingen. Van begin af aan slaagde president Nicolás Maduro erin het parlement monddood te maken, met hulp van het hooggerechtshof. Dit hof bestaat uit aanhangers van de socialistische regering en verklaart systematisch besluiten van het parlement als ongeldig. Op 29 maart ging het hooggerechtshof nog een stapje verder, door haar besluit de wetgevende taken van het parlement over te nemen en het daarmee in feite buiten werking te stellen. De oppositie sprak van een coup en riep op tot een grote demonstratie. De bevolking is echter niet zo zeer met politiek bezig, maar vooral met overleven. Mensen gaan de straat op om voedsel te eisen en medicijnen, niet om de oppositie aan de macht te helpen.
Tegelijk is nog zo’n 20 procent van de vooral arme bevolking op de hand van Maduro, ook al taant hun geloof in het behoud van de zogenaamde ‘Bolivariaanse revolutie’, de benaming die de in 2013 overleden president Hugo Chávez aan de opbouw van zijn socialistische staat gaf. In de oppositie heeft ze geen vertrouwen, want die weet evenmin hoe uit de crisis te raken. Er is geen programma – behalve het afzetten van Maduro – en geen aansprekende leider. Veel mensen zijn bang voor een terugkeer van de vroegere elites, die nooit oog hadden voor de armen. Wie kan verlaat het land. Nog niet eerder probeerden zoveel Venezolanen naar de Verenigde Staten te emigreren.
De buren
Direct na de uitschakeling van het parlement veroordeelden meerdere landen in het continent het besluit van het hooggerechtshof. Zo trokken Peru en Chili hun ambassadeurs terug en sprak Luís Almagro, secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Landen (OAS), van een ‘zelfcoup’ in Venezuela. Tijdens een speciale zitting van de OAS stelde hij voor het land als lid te schorsen, omdat Maduro’s regering een einde aan de democratie had gemaakt. Hierover bestond echter geen consensus. Wel riepen veertien leden van de OAS, waaronder Argentinië, Brazilië, Canada, Chili, Colombia, Costa Rica, Guatemala, Honduras, Panama, Paraguay, Peru en Uruguay, Maduro een week eerder al op de politieke gevangenen vrij te laten en regionale verkiezingen te organiseren. Die verkiezingen zouden eigenlijk eind vorig jaar plaatsvinden, maar zijn voor onbepaalde tijd uitgesteld. Het Venezolaanse parlement schaarde zich achter deze oproep, waarna het hooggerechtshof de oppositieleden beschuldigde van verraad en hen hun parlementaire immuniteit ontnam. Dat maakt de weg vrij voor vervolging en gevangenisstraf. Naast Bolivia, Ecuador en Nicaragua, betoonden vooral Caribische landen, zoals Dominica, Haïti, de Dominicaanse Republiek en Barbados zich solidair met Venezuela. Ze spraken zich uit voor steun aan een dialoog tussen de regering en oppositie in het land. Veel Caribische landen ontvangen goedkope olieleveringen van Venezuela.
Het hele artikel is te lezen in het juninummer van Parbode.