Fayalobi: Gemengd

Recentelijk moest ik, vanwege het accepteren van een tijdelijke onderwijsbaan, medisch gekeurd worden. Het ministerie van Onderwijs wilde voornamelijk weten of ik lepra heb. Volgens mij is lepra allang verdwenen uit onze samenleving, maar de arts die het onderzoek uitvoerde verzekerde me ervan dat er nog regelmatig (ongeveer één keer in de drie jaar) lepra ontdekt wordt bij leerkrachten in spe.
Voor het onderzoek moest ik wat vragen beantwoorden. Na de gebruikelijke – naam en adres – vroeg de verpleegster, terwijl ze niet van het formulier opkeek: “Wat is uw bevolkingsgroep?” Of iets in die trant, want ik herinner me het niet woordelijk; ik was totaal flabbergasted. Wat zou mijn etniciteit in vredesnaam met een keuring te maken kunnen hebben? Na enige seconden verbijsterd naar het gebukte hoofd van de verpleegster gestaard te hebben, zei ik: “Creools.” De verpleegster deed met een ruk haar hoofd omhoog en vroeg streng: “Bent u Creools of bent u gemengd?” Opnieuw met stomheid geslagen vroeg ik mij af of ze mijn dogla-paardenstaart dwars door mijn hoofd heen kon zien. Ze gaapte me nog steeds aan, en ik, met mijn eeuwige grote mond, ik antwoordde timide: “Gemengd.” Maar het was nog niet afgelopen. Ze vroeg naar de bevolkingsgroep waartoe mijn vader en mijn moeder behoorden. “Creools, en gemengd”, antwoordde ik netjes, want ondertussen begon ik opstandig te worden. Zo wist ze toch lekker niet of ik nou half inheems, half Hindostaans, half Javaans of kwart Chinees ben. Lekker puh!
Wat heb ik hieraan een vieze smaak overgehouden. Dat we anno 2018 in officiële situaties nog zo een rigoreus onderscheid maken tussen de verschillende etnische groepen in ons land! Ik begrijp het wel, die lijsten dateren uit 17-zoveel, en waren belangrijk omdat men een beetje in de gaten wilde houden welke etnische groep welke aandoeningen had. Maar lieve mensen, dat is toch helemaal niet meer nodig in 2018? We zitten bij elke etnisch-religieuze feestdag te bazelen over eenheid en verdraagzaamheid, over die eeuwige synagoge en moskee naast elkaar, over al die Creolen die Phagwa vieren, over inheemsen die vrolijk Ketikoti vieren en al die gemengden, – wat voor mensensoort die ook moge zijn -, die gebroederlijk Javaanse bami en teloh verorberen, maar als het erover gaat of je gezond genoeg bent om les te gaan geven, willen ze weten wat je bevolkingsgroep is! Ik word er amechtig van. De vragen zijn behalve onnodig, ook onzinnig. De inwoners van Paramaribo, het grootste gedeelte van de circa 600.000 Surinamers, is namelijk gemengd tot, zeg maar, in het vierde voorgeslacht.
Wat mij betreft kan er de fik in, in die vragenlijsten. Verbranden die zooi, net zoals men ooit alle kleding en bezittingen van lepralijders verbrandde.