Herrie rond de racebaan

75 hectare grond in Para, een racebaan met een omtrek van meer dan 1,5 kilometer, lage entreeprijzen en een toekomst voor talenten in de racescene. Suriname krijgt een nieuwe attractie. Toch bestaan er sterk twijfels over de herkomst van het verkregen stuk grond.
“Als je dit schrijft, doe ik niet mee aan het artikel. Als je het artikel publiceert, span ik een rechtszaak tegen jullie aan.” Steven Lo Fo Sang, de voorzitter van Stichting Sur Race Track en binnenkort eigenaar van een gloednieuwe racebaan, reageert fel op de aantijgingen dat er een luchtje zit aan de gang van zaken.
Naast Lo Fo Sang had ook motorsportorganisatie MotoSur de zinnen gezet op een racebaan. Tussen de twee partijen was er eerder al een rel via de media. MotoSur diende ongeveer tegelijkertijd een aanvraag in voor een stuk grond langs de Afobakaweg. Zij zijn nog geen stap verder, terwijl Sur Race Track binnen no time grond bemachtigde in het Para gebied. Dat roept vraagtekens op.
Wat voorafging
Ex-minister van Justitie en Politie Chandrikapersad Santokhi riep in juni vorig jaar een commissie ‘ter bevordering van de motorsport’ in het leven. De commissie moest beleid maken voor de illegale straatraces. Onder andere door een racebaan te bouwen. “Kort daarna kwam Lo Fo Sang, namens Stichting Sur Race Track, op de proppen met het verhaal dat ook hij een racebaan ging bouwen”, legt Desmond Plet uit.
Plet zat namens het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (directoraat Sportzaken) in de commissie en trad op als voorzitter. “We hadden nog nooit eerder van Lo Fo Sang gehoord, maar hij wilde ook een stuk grond en in de commissie. Dus nodigden we hem uit op een vergadering om te praten, maar dat ging allesbehalve positief. Hij beschuldigde de commissie van bevoordeling; we zouden twee handen op één buik zijn met MotoSur. En hij wilde zijn plannen niet met ons delen, omdat we er dan mee vandoor zouden gaan. Maar wij spelen juist sinds 2006 al open kaart over de racebaan. Na die vergadering zei hij: ‘Het komt wel goed. Jullie zullen merken.’ Een week later was het contract voor zijn stuk grond getekend!” Plet begrijpt het niet. Terwijl de commissie en MotoSur alles uit de kast haalden om te laten zien dat zij een stuk grond waardig waren, kreeg Lo Fo Sang zonder problemen de grond toegewezen.
Boven de wet
“De commissie moest aantonen hoe groot de aandacht was voor de motorsport. Dat hebben we gedaan: tijdens een open dag kregen we duizenden mensen op de been. Maar er komt meer bij kijken. Veiligheid, financiering, wet- en regelgeving, de bouw, een overkoepelende organisatie, noem maar op. Plet: “Of Lo Fo Sang buiten de wet heeft gehandeld? Geen idee. Maar het is super onduidelijk hoe zij aan de grond gekomen zijn.”
Stichting Sur Race Track van ondernemer Steven Lo Fo Sang, is naar eigen zeggen al gestart met de bouw van de racebaan. Binnen twee jaar zal in het Para gebied, op de grens met Lelydorp, een racebaan verrijzen en Lo Fo Sang de deuren openen. Hij begrijpt de ophef niet. “Niets is onder of boven de wet gedaan. Ik vecht al jaren voor een racebaan. Het is niet van de ene op de andere dag gegaan. Ik voldeed aan alle eisen. Ik heb net zoveel recht op een stuk grond als MotoSur.”
De oprichter van de Stichting Sur Race Track heeft grote plannen met het terrein. “Naast de racebaan, voorzien van een riante tribune, komt er een dragbaan van één kilometer lang. Er komt een tunnel om veilig over te steken en misschien een eenvoudig hotel voor overnachtingen.” Hij vervolgt: “Iedereen moet naar de races kunnen kijken. Een man met vijf kinderen, die moet rondkomen van een zeshonderd srd per maand, zou normaliter zijn hele salaris kwijt zijn aan de toegang. De prijzen bij zo’n racebaan zijn sky high. Maar het kan goedkoop, als mensen niet te gierig zijn om rijk te worden. Ik wil de goedkope race naar Suriname brengen. Gehandicapten en zestigplussers mogen gratis naar binnen. Ik hoef geen winst te maken.
Ik kan zelfs al rentenieren, maar in plaats daarvan wil ik investeren in een baan.”
Lo Fo Sang wilde als jong ventje Furmule 1-courreur worden. “Maar mijn vader gaf me een klap als ik dat zei. Daarom wil ik ook de jeugd een kans bieden.” De ondernemer hoopt talent te ontdekken op de track. “Als ik bij een volksjongen zie ‘he, deze man kan iets’, dan wil ik de gok nemen en daar geld in steken. Dan kan iemand met talent doorstromen naar het buitenland en daar de kans krijgen om zich te bewijzen. Vandaar ook de lage drempel.”
Racebaan een feit
Michael Jong Tjien Fa, oud-minister van Ruimtelijke ordering Grond- en Bosbeheer (RGB), zette in juli 2010 zijn handtekening onder de aanvraag van Sur Race Track voor een stuk grond in Para. De racebaan voor deze stichting was daarmee een feit.
Maar dat deed Jong Tjien Fa zonder te rade te gaan bij de commissie, waar één van zijn eigen medewerkers in zat. “Ik wist niet dat er een commissie was”, gaf hij als reactie aan de verontwaardigde commissie. “Hoe kan dat nou? Iemand van zijn eigen ministerie zat in de commissie!” blaast commissievoorzitter Plet. “Jong Tjien Fa besloot zonder overleg of gedegen onderzoek het stuk grond af te geven. In plaats van de twee organisaties bij elkaar te brengen. Dat is verkeerd geweest.”
“Meneer Lo Fo Sang moet zwaar gelobbyd hebben bij de autoriteiten. Het gebeurt niet zomaar dat ze je een stuk grond geven. Daar moet je flink achteraan gaan”, stelt ook Glenn Jong, die namens RGB in de commissie zat. Hij was nergens van op de hoogte toen bekend werd dat Jong Tjien Fa een stuk grond voor een racebaan uitgaf. Het was voor Jong een nog grotere schok dan voor MotoSur, die hun plannen voor een racebaan in het water zagen vallen.
Voorzitter Marc Refos van MotoSur: “Wij hebben de blokken om het huis te bouwen, Sur Race Track het terrein.” MotoSur wil een overkoepelende bond vormen voor alle motorsporten, die wel hun eigen identiteit behouden. “Gezamenlijk vangen we een grote groep. Iedereen die aan motorsport doet, staat achter ons”, aldus Refos.
Minister Jong Tjien Fa weet zich desgevraagd ineens erg weinig van de kwestie te herinneren. “Ja, natuurlijk tekende ik voor dat stuk grond. Maar de details ontbreken mij. Ik wil hier geen reactie op geven.” Jong Tjien Fa kwam eerder al diverse keren in opspraak wegens belangenverstrengelingen bij de uitgifte van grond.
Ook destijds had de oud-minister geen zin om commentaar te geven.
Of hij onwettig heeft gehandeld, is nooit gebleken.
Handreiking
Suriname heeft een racebaan nodig, daar zijn alle partijen het over eens. Een baan vormt een oplossing voor de illegale straatraces.
Een veilig alternatief weliswaar. “Elk weekend wordt er overal geracet”, benadrukt Lo Fo Sang. “De roep ernaar wordt steeds groter en er komen steeds meer mensen op af, maar er is geen ruimte voor.” Zowel Sur Race Track als MotoSur wil de motorsport in Suriname een plaats geven op de wereldsportkaart.
Van een samenwerking tussen de twee partijen is momenteel (nog) geen sprake. Opmerkelijk is dat Lo Fo Sang, nadat hij lucht kreeg van dit artikel,
wederom naar de pers stapte. Times of Suriname berichtte dat de Stichting Sur Race Track op advies van de districtscommissaris van Para officieel een handreiking had gedaan naar MotoSur toe, voor ‘een samenwerking in het belang van de Surinaamse racesport’. Stichting MotoSur heeft die handreiking echter nooit officieel gehad en weet nergens van.
“Ons is niks gevraagd, niet door Lo Fo Sang en niet door Times of Suriname. Wij willen niet met die man aan tafel. Hij wil daarmee het volk winnen.’’ Voor Refos is het duidelijk. “We gaan er niet op in. We hebben al tien keer met Sur Race Track aan tafel gezeten en het is tien keer misgelopen. ’’
Of er ruimte is voor twee banen, is echter de vraag. Zowel MotoSur als leden van de commissie zijn nog hoopvol gestemd. Of er genoeg belangstelling is, valt te betwisten. Dat risico willen zowel Sur Race Track als MotoSur nemen.
“We willen de samenleving en de regering ervan overtuigen dat deze sport gezien moet worden”, zegt Refos. De commissie ‘ter bevordering van de Motorsport’ was een mislukking, bekennen de leden. Naast enkele vergaderingen bleef enig resultaat uit. MotoSur diende onlangs opnieuw een verzoek in voor een terrein en wacht op een reactie. “De vorige regering zette ons in deze situatie. We hadden het eerste traject destijds al doorlopen. Nu dienen we ons plan opnieuw in. We hebben alleen nog een plek nodig ‘om los te gaan’, binnen de regels natuurlijk”, besluit Refos.