Saamaka:Fotograferen – Parbode Sneak Peek

Soms vragen toeristen naar gedragsregels – het zijn de betere toeristen die daar naar vragen.
“Niet ongevraagd fotograferen”, antwoord ik dan, onder andere.
De andere gedragsregels worden geaccepteerd, want rivierwater lusten ze toch al niet, hoge schoenen tegen slangenbeten staat stoer en een vreemde groet uit het hoofd leren is best wel avontuurlijk. Maar zonder foto’s thuiskomen van een oerwoudexpeditie … nee, dat kan echt niet.
“Niet fotograferen, ja,ja. Dat zeggen ze allemaal. Ook in Bangkok en Afrika”, protesteren ze dus, die toeristen die ook al in Bangkok en Afrika zijn geweest. En als ze het allemaal zeggen, dan is het niet waar. Logica.
En inderdaad, het is tegenwoordig niet meer waar. Tegenwoordig kan men met zowat elk telefoontoestel fotograferen, dus iedereen fotografeert. En als ze het allemaal doen, dan is het niet lomp. Logica.
Ik ben in Saamaka geen toerist. Daarom kan ik me meer veroorloven – en daarom veroorloof ik mij minder. Ongevraagd fotograferen doe ik niet. Meestal fotografeer ik helemaal niet. Ik teken liever, dat geeft de werkelijkheid beter weer. Want werkelijkheid is beweging, een foto knipt daar een stukje uit en een verknipte beweging is geen goede afbeelding van een beweging. Bovendien kijken Saamaka vrouwen echt niet altijd boos – dat doen ze alleen als ze gefotografeerd worden.
Maar soms hebben foto’s toch een meerwaarde.
Er is hier een ceremonie die tot voor kort nogal geheim was – ik zal de naam ervan dus niet noemen. Maar door de moderne communicatiemiddelen blijft niets meer geheim, zelfs in Saamaka. Touroperators zijn altijd op zoek naar nieuwe attracties, ongereptheden om te ontdekken en geheimen in het oerwoud. Binnen afzienbare tijd zullen ze deze ceremonie ontdekken. Hij zal worden opgevoerd tijdens de culturele avond en de toeristen mogen zelf meedoen – een beetje aangepast, want het moet wel leuk blijven. In de folders komt een beschrijving, toeristen nemen foto’s mee naar huis. Omdat deze niet-geheime variant goed gedocumenteerd wordt, zal dat uiteindelijk de officiële versie worden. De Saamaka zullen de toeristenversie na-apen omdat het blijkbaar zo hoort.
Ver gezocht?
Misschien.
Maar met de seketi is het zo gegaan, de vrouwen zingen tegenwoordig de traditionele seketi-liederen die ze van de zendeling geleerd hebben, waarin over Jezus geroddeld wordt in plaats van over de buurvrouw. En in het leger spelen de commando’s voor Rambo die in zijn film voor commando speelt. Maar laten we niet voorspellen of mijn voorspelling uit zal komen of niet, het kan geen kwaad deze ceremonie te documenteren in de korte periode dat het al kan en dat het nog kan.
Dat is nu.
Daarom vroeg ik toestemming om te mogen fotograferen.
Ik verwachtte dat de oude heren daar eerst uitgebreid over zouden moeten vergaderen – maar het dorpshoofd haalde zijn schouders op en zei: “Iedereen doet het.” En als iedereen het doet, dan mag het. Dat laatste zei hij niet, maar ik herkende het soort logica.
Ik begon dus te fotograferen.
De jongetjes wilden allemaal eerst op de foto, met vingergebaren die ongetwijfeld vies bedoeld zijn. Zo’n digitale camera is best wel handig: je hoeft niet zuinig te zijn, want na honderd kiekjes is hij nog niet vol en de kinderen kunnen zichzelf direct op het schermpje zien. Ze hebben een hoop lol, maken lawaai tijdens de ruzies wie nu op het knopje mag drukken en zo went iedereen aan het idee dat gefotografeerd worden niet eng is. En al die kiekjes kan ik later gewoon weggooien en het kost allemaal geen cent.
De jongetjes verzonnen steeds viezere gebaren en houdingen. De meisjes giechelden. Ik moest het aapje van Jaja fotograferen, de papegaai van Naftali, de bromfiets van Sinipe en Boike in de kruiwagen. Geleidelijk werkte ik zo naar de ceremonie toe. Een volslanke jongedame op leeftijd fotografeerde mij, protesteerde luidruchtig toen ik haar terug-fotografeerde, maar ging giechelend voor mijn lens staan in een bevallige houding toen ik de ceremonie probeerde te fotograferen.
Toen was de pret voorbij.
Naftali beende op me af, hij droeg een witte hoofddoek en sommeerde: “Wie heeft gezegd dat je mag fotograferen?”
“Het dorpshoofd”, antwoordde ik.
“Het dorpshoofd heeft het recht niet. Je had het mij moeten vragen.”
Oeps, foutje.
We hebben het aloude dorpsbestuur van kapitein en basia, maar bij zowat elke verkiezingscampagne worden nieuwe kapiteins en basia benoemd. Dat dorpsbestuur danst naar de pijpen van drie grootmoeders. Daarnaast is er het bestuur van de stichting die het dorp bestuurt, het kerkbestuur dat over het dorp waakt, de bestuursopzichter van het Ministerie van Regionale Ontwikkeling, de vrouwenvereniging onder voorzitterschap van de schooljuf uit de stad die ruzie heeft met de drie grootmoeders en tijdens ceremoniën zijn er speciale ceremoniemeesters.
Het hele artikel is te lezen in het meinummer van Parbode.