San miti mi, no musu miti yu

Een goede opleiding is vaak de basis voor een goede toekomst. En als leren je prima afgaat, dan blinkt die toekomst je helemaal tegemoet. Maar soms loopt het anders in het leven. En wordt het onderwijsproces verstoord door een onverwachte gebeurtenis, bijvoorbeeld een zwangerschap. Of nog vervelender: heel veel zwangerschappen.
Annemarie, gehuwd, acht kinderen, van wie één jongen en zeven meisjes, in die volgorde. Daar zit ze op het balkon van haar eigen huis in Geyersvlijt. Ze is 43, jong nog, maar ik had haar iets ouder geschat. Laten we bij het begin van haar leven beginnen: op school doet ze flink haar best. “Ik was, al zeg ik het zelf, een hele goede leerling, altijd goede cijfers.”
Van de lagere school stapt Annemarie moeiteloos over naar het mulo. Ook die doorloopt ze probleemloos. Naar het havo en ook daar presteert ze boven de middelmaat. “Ik had een perfectionistische inslag, maar ik heb dat afgeleerd, want het zou op den duur mijn nekslag worden. Ik probeerde altijd zo hoog mogelijk te scoren en ik probeerde datzelfde thuis ook met de jongere kinderen, ik trok en ik trok.”
Annemarie heeft in die tijd al duidelijke plannen voor de toekomst, ze wil leerkracht worden, of misschien maatschappelijk werkster, in ieder geval iets met mensen. Haar huidige man, met wie ze vorige maand precies 25 jaar was getrouwd, kent ze al vanaf het mulo. “Ik heb een prachtig huwelijk, maar het is echt niet van een leien dakje gegaan. Ik was ook geen koekje.”
Zwanger
Als ze in de eerste klas van het havo zit, gebeurt het. Annemarie raakt zwanger. Achttien jaar is ze op dat moment. Haar moeder had haar nog zó gewaarschuwd: ‘San miti mi, no musu miti yu. Wat mij is overkomen, moet jullie niet gebeuren. Ik heb jullie gehad, er is geen vader en je ziet hoe moeilijk het gaat, dus laat jezelf niet gaan’. En Annemarie had nog zó beloofd en zo vaak, dat het haar niet zou gebeuren…
Annemarie’s moeder was alleenstaand en had destijds de zorg voor haar vijf kinderen. Ze nam als oudste automatisch een deel van die zorg voor haar broertjes en zusjes over als haar moeder weg ging om het dagelijks brood voor haar gezin te verdienen als verkoopster. En passant fungeerde Annemarie ook nog eens als de ogen van haar slechtziende oma. “Mijn moeder was spaarzaam. Ze hield ervan om ‘in een kasgeld te gaan’, tot nu toe, alleen om de nodige dingen voor ons te kunnen aanschaffen; lange sokken, behoorlijke gesloten schoenen, probeerde ze altijd voor ons te kopen.”
Enfin, a mit Annemarie toch, haar menstruatie blijft uit. Ze kan niks binnenhouden, is vreselijk slaperig. Haar moeder heeft al een meer dan vaag vermoeden en stuurt haar naar de huisarts. Via de huisarts krijgt ze prompt een doorverwijzing naar de vrouwenarts. De uitslag is positief of negatief, dat ligt er maar aan hoe je het bekijkt.
Van moeder ontvangt Annemarie vervolgens als bonus een flink pak slaag. Ze mag haar biezen pakken. Eruit! De verwekker van het kind, ‘die ellendeling’, wil komen praten. De aanstaande vader geeft aan dat hij met Annemarie wil trouwen en zo geschiedt. Tegen de tijd dat Annemarie moet bevallen, zijn de verhoudingen gelukkig al weer een heel stuk opgeklaard: de aanstaande oma staat haar dochter bij tijdens de bevalling en mag haar eerste kleinzoon zijn naam geven. Tegenwoordig zijn oma en kleinzoon de beste maatjes.
Achttien jaar ben je dan, je hebt een man en een kind. Nog niks aan de hand. Toch? Ze kon immers haar studie weer oppakken. Nietwaar? Een leerkracht van het havo had met haar gesproken en de weg gewezen: ‘Je komt straks terug, je maakt je school af, je gaat in de avonduren naar het IOL, Engels bijvoorbeeld’. Maar toen kwam er al gauw een tweede kind en een derde… “Ik verdroeg de pil niet, ik sloeg soms gewoon een dagje over. Ik was ook bang voor een spiraaltje. Die pijn! Een bevalling doet ook pijn, maar toch.” Ze lacht om haar eigen woorden.
Annemarie besluit er het beste van te maken. Haar man heeft een bedrijf. Hij maakt meubels, speakerboxen. Ze ondersteunt haar man met de organisatie van het bedrijf en het financiële gedeelte. Zondags is ze te vinden op de vlooienmarkt met eigengemaakte koek, ze verkoopt tweedehandse kleren. Maar ja, toen kwamen de goedkope kleren van de Chinees en het was gedaan met haar zaken.
Aan haar jeugd heeft ze wel een trauma overgehouden. “Ik keek vroeger altijd naar die kinderen die door hun ouders, hun vader, van school werden afgehaald. Ik had altijd in mijn achterhoofd dat ik de manier waarop ik ben opgevoed niet wilde voor mijn kinderen. Ik wilde echt tijd voor ze hebben.” Ze gaat met haar gezin veel uit, buiten de stad, zwemmen bij VOS. “Ik heb zoveel mogelijk leuke dingen met ze gedaan. Wat ik heb gemist, probeer ik ze dwars door alles heen te geven.”
Fouten
“Ik heb vroeger wel fouten gemaakt. Ik was te streng, een zeven was niet genoeg voor mij.” Er vielen in het verleden harde woorden en stevige striemen. “Voor de oudste, ik ga niet voor u jokken, heb ik vaak de zweep gepakt. Hij is op een gegeven moment echt in opstand gekomen.” Die zweep heeft Annemarie inmiddels uit haar ‘pedagogisch’ repertoire gehaald.
Ook Annemarie heeft haar mantra: “Wat ik niet heb bereikt, proberen jullie dat te bereiken. Kijk in de krant: om wacht te houden, vragen ze nu al een lbgo-diploma. Als je je best niet doet…” De kinderen reageren met: ‘Mama dray a tape baka’.
Alle kinderen hebben plannen voor verdere studie. Annemarie: “Nu al begin ik te kijken, wat gaat zoiets kosten. Ik zou nog meer voor ze willen doen, een auto kopen bijvoorbeeld. Ik zal genieten van het eindresultaat, dat ze zelfstandig worden, een zelfstandige man, maar vooral zelfstandige vrouwen.”
Als ze op haar achttiende niet zwanger was geraakt, ja, dan zou haar leven er nu misschien heel anders uit hebben gezien. “Misschien was ik inderdaad leerkracht geworden of maatschappelijk werkster. Ik hou ervan om met mensen bezig te zijn. Misschien had ik niet zoveel kinderen gekregen. Ik hou van al mijn kinderen hoor”, haast ze zich te zeggen.
Soms ontmoet ze nog klasgenoten van vroeger, “en als ik ze dan tegenkom, voel ik me soms zo klein.” Regelmatig kijkt ze in de boeken van haar dochter die nu op de havo zit en dan mijmert ze: “Ik zou het misschien nog best kunnen doen, via staatsexamen, wie weet. Maar ja, wat voor werk kan ik doen, wat ga ik verdienen en wat doe ik dan met de kinderen?”