Schuldencrisis Suriname nog lang niet voorbij

De regering van Suriname staat voor een grote uitdaging: het betalen van de schulden die het land de afgelopen jaren heeft opgebouwd. Niet alleen de aflossingen op de hoofdsom, maar ook de oplopende rentelasten vormen een zware last voor de staatskas. Volgens minister Adelien Wijnerman van Financiën en Planning zijn het vooral de zogeheten bonds (internationale obligaties) die problematisch zijn.

Het vorige kabinet schoof door schuldherschikkingen een deel van de aflossingen vooruit naar 2027 en later, maar daarmee is het probleem niet opgelost. Wijnerman zegt dat de regering nu opnieuw gesprekken voert met financiële instellingen om een herfinanciering op gang te brengen. Daarmee zouden enkele schulden nu worden afgelost, terwijl de rest wordt doorgeschoven naar een later moment, tegen andere rentetarieven en wanneer de inkomsten gunstiger zijn. Zij benadrukt dat de hoogte van de staatsschuld hiermee niet stijgt.

“Het is eigenlijk meer een refinancing”, aldus de minister. Dit is noodzakelijk omdat Suriname in 2027 alleen al 800 miljoen US-dollar moet aflossen, terwijl de rentebetalingen in 2026 en 2027 onverminderd doorgaan. Onder het vorige kabinet werd gezinspeeld op mogelijke voorschotten of onderhandelingen, op basis van toekomstige inkomsten uit de oliesector. Wijnerman zegt hier terughoudender over te zijn. Zij wil liever naar andere sectoren kijken, waar nu sneller geld te halen is, dan toekomstige inkomsten nu al te belasten. Zij noemt toerisme en de agrosector als snellere verdieners.

Voor het dienstjaar 2026 worden de inkomsten geraamd op SRD 61,1 miljard, terwijl de uitgaven uitkomen op SRD 54,8 miljard. Ondanks dit verschil van ruim SRD 6 miljard – gelijk aan 3,5% van het bruto binnenlands product (BBP) – blijft er een fors begrotingstekort bestaan. Daarnaast zijn de leningen niet opgenomen in dit tekort, waardoor het feitelijk hoger ligt.

Tot en met het eerste halfjaar van 2025 bedroeg de totale staatsschuld 3,7 miljard US-dollar (SRD 140,6 miljard), blijkt uit het kwartaalrapport van het Bureau voor de Staatsschuld. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2025 is de schuld met ongeveer 2% gestegen. Dit komt neer op 85,9% van het BBP. Daarmee overschrijdt Suriname ruimschoots het wettelijke schuldplafond oftewel obligoplafond van 60%.

Om deze overtreding legaal te maken, hebben coalitiepartijen een initiatiefwetsvoorstel ingediend bij De Nationale Assemblée (DNA). Het komt erop neer dat de overschrijding formeel wordt gelegaliseerd en tegelijkertijd een plan wordt ontworpen om de schuldquote binnen 11 jaar terug te brengen naar 60% van het BBP.

Het wetsvoorstel schrijft voor dat de minister van Financiën & Planning jaarlijks een staatsschuldenplan moet indienen samen met de staatsbegroting. Dit plan moet een overzicht geven van de totale staatsschuld, nieuwe verplichtingen en waarborgen, en een strategie bevatten om de schuld onder controle te houden. Ook is er een noodregeling voorzien: in spoedgevallen mag de minister tijdelijk extra verplichtingen aangaan, mits deze binnen drie maanden worden voorgelegd aan en goedgekeurd door DNA.

De zware schuldenlast dwingt de regering dus tot scherpe keuzes en creatieve oplossingen. Herfinanciering biedt tijdelijke verlichting, maar de structurele uitdaging blijft: komen nu eindelijk de hervormingen in andere sectoren of wordt het weer een leenbeleid totdat de oliedollars beginnen te stromen?

Het oktober/november nummer van ons magazine is uit en verkrijgbaar bij een winkel bij u in de buurt. Dit zijn de verkooppunten. Wilt u digitaal lezen? Klik dan hier om te abonneren.

0

Gedeeld