Suriname wacht op de oliedollars, maar laat nu al miljoenen liggen
Eén jaar geleden, op 1 oktober 2024, werd het finaal investeringsbesluit (FID) genomen door TotalEnergies, voor het GranMorgu-project in Blok 58 voor de Surinaamse kust. Daarmee werd het startsein gegeven voor de ontwikkeling van Surinames eerste grootschalige offshore olieproductie. De investering van maar liefst 10,5 miljard US-dollar zal een productie van ruim 220.000 vaten olie per dag vanaf 2028 op gang brengen. Daarnaast zal ons land tig verdiensten hebben door de spin-off van de investering én de productie. ‘Daarop moeten we goed voorbereid zijn’, zeggen critici en kenners van de sector al langere tijd. Wat leren we van het eerste jaar sinds de start van het project?
Dat we niet vooraf ons huiswerk gedaan hebben, blijkt uit onthullingen van Staatsolie-directeur Annand Jagesar, die aan Radio ABC vertelde dat de Belastingdienst onvoldoende capaciteit heeft om effectief belasting te innen. In deze fase van het project leveren bedrijven diensten aan TotalEnergies, en verdienen nu al forse bedragen. Alleen al het boren van vijf bronnen in 2023 kostte 120 miljoen US-dollar – een opdracht waar dienstverleners winst op maakten en dus belasting over verschuldigd zijn. Maar of die heffingen daadwerkelijk zijn betaald, is onzeker. “Suriname zou geld kunnen verdienen”, benadrukte Jagesar.
Uit de investering van 10,5 miljard US-dollar, moet 1 miljard US-dollar aan local content uitgegeven worden. Over dat bedrag zou de staat naar schatting 40 tot 60 miljoen US-dollar aan belastingen kunnen innen. Als ook de spin-off-effecten worden meegerekend, kan dit bedrag oplopen tot meer dan 200 miljoen US-dollar in de komende jaren vóór de productie. Staatsolie stelt het overzicht van dienstverleners ter beschikking aan de Belastingdienst, zodat die achter de inkomsten aan kan gaan. Maar zonder versterking van menskracht en expertise dreigen de miljoenen buiten bereik te blijven. Staatsolie commiteert zich eraan om de Belastingdienst bij te staan in deze fase.
Er zijn ongeveer tweehonderd Surinaamse bedrijven die nu al diensten verlenen. Echter, in sommige gevallen raakt Jagesar teleurgesteld, wanneer hij constateert dat het doel van local-content wordt misgelopen. Hij noemt als voorbeeld een lokaal bedrijf dat voedsel levert, maar waar achteraf blijkt dat het rundvlees geïmporteerd wordt en hier alleen nog herverpakt wordt. Elders blijkt dat een Surinaamse contractor meer buitenlandse werknemers heeft. “Dan denk je, waarvoor vecht je?”, zegt Jagesar teleurgesteld. Hij stelt dat de landbouw- en veeteeltsector gestimuleerd moeten worden, zodat die meer producten kunnen leveren. Maar ook toerisme, zodat de spin-off maximaal kan zijn.
Een jaar na het FID vordert het project in ieder geval gestaag. Inmiddels is 23% van het werk voltooid. Het schip dat als eerste floating production unit voor Suriname zal dienen, is al voor 40% afgebouwd in China en moet medio 2028 arriveren. Ook staat het boren van dertig nieuwe bronnen op de planning voor 2027. Jagesar verwacht dat het project zelfs enkele maandjes eerder kan worden afgerond.
Dat lijkt niet bijzonder, maar Suriname kan het geld liever vandaag dan morgen hebben. In het eerste jaar van de productie zal de overheid 500 miljoen US-dollar aan inkomsten krijgen. In het tweede jaar springt dit bedrag naar 2 miljard US-dollar. Dat zijn ongekende bedragen voor een land dat al jaren sukkelt met de inkomstenzijde van de balans. Daarnaast weet Jagesar dat Suriname tussen 2025 en 2028 financieel moeilijke jaren tegemoet gaat. De staat moet hoge schulden aflossen terwijl de olie-inkomsten nog niet vloeien. Staatsolie zegt de regering in deze overbruggingsperiode te willen ondersteunen met oplossingsmodellen. “We zullen alle medewerking verlenen”, aldus Jagesar. Er was eerder reeds een aanbod gedaan aan het kabinet Santokhi, dat daar geen gebruik van maakte.
Het vooruitzicht voor Suriname is zonder twijfel veelbelovend: vanaf 2028 zullen de oliedollars een structurele inkomstenbron vormen. Maar de huidige realiteit toont dat we nog onvoldoende zijn toegerust om de kansen optimaal te benutten. Een versterkte belastingdienst, duidelijke afspraken over local content en goed financieel beleid zijn cruciaal om niet alleen te wachten op toekomstige opbrengsten, maar nu al te profiteren van alle kansen.
Het oktober/november nummer van ons magazine is uit en verkrijgbaar bij een winkel bij u in de buurt. Dit zijn de verkooppunten. Wilt u digitaal lezen? Klik dan hier om te abonneren.





