Tapajai Hydro Plan omstreden
‘De risico’s zijn te groot’
Hydro-energie moet zo snel mogelijk voorzien in de toenemende vraag naar energie in Suriname. Als het aan de regering en aan Staatsolie ligt, wordt snel een aanvang gemaakt met het Tapajai Hydro Plan. Onomstreden is dit plan echter niet, zo bleek op een seminar over de mogelijke gevolgen van dit plan in Paramaribo afgelopen november.
“De Guyanastroom is een duurzamer alternatief”, meent hydroloog Sieuwnath Naipal.
Dat het Tapajai Hydro Plan (THP) er komt, lijkt wel zeker te zijn. Ook zeker is dat de bewoners van het inheemse dorp Palumeu aan de Tapanahonirivier hun biezen kunnen pakken. Nog niet eerder heeft ingenieur Lothar Boksteen, de opsteller van het plan, in zulke klare woorden aangegeven dat er in Palumeu niet meer valt te leven, als de dam en het stuwmeer bij de Alamandidonsula een feit zijn. “Bij Palumeu kan dan geen landbouw meer plaatsvinden, dus de ongeveer 250 inwoners moeten verhuizen”, zegt hij. Een groot probleem vindt hij dat echter niet, vooropgesteld dat de bevolking adequaat wordt gecompenseerd. “Het mag nooit meer zo gaan als destijds bij de aanleg van het Brokopondostuwmeer.”
De Surinaamse regering heeft in haar Meerjarenplan 2012-2016 de snelle invoering van de eerste fase van het THP opgenomen. Die behelst de omleiding van de Tapanahonirivier en de Jaikreek via dammen en kanalen, zodat er meer water komt in het Brokopondomeer voor de al bestaande Afobakacentrale. Volgens Boksteen moet in januari 2014 de eerste schop de grond in voor de bouw van de dam in de Jaikreek. “Dan kan er twee jaar later water naar het Brokopondomeer stromen.”
Staatsolie is de trekker van het project en moet ook voor financiering van de eerste fase zorgen, eventueel samen met particuliere investeerders. De kosten worden beraamd op ongeveer 240 miljoen USdollar. Het THP moet gaan voorzien in de vergroting van de opwekcapaciteit bij Brokopondo met zestig megawatts. Directeur Mark Waaldijk van Staatsolie ziet zelfs mogelijkheden om op de langere termijn energie te exporteren naar Frans-Guyana en Guyana.
Lothar Boksteen |
Sociale wegen
Voor de bouw van dammen en de aanleg van stuwmeren en kanalen zijn wegen nodig. De asfaltering van de weg van Paramaribo naar Atjoni nadert haar voltooiing. Het tracé zal daarna langs de westelijke oever van de Boven-Surinamerivier lopen tot aan Semoisie. Vandaar gaat de weg naar de Jaikreek en verder naar de Alamandidonsula in de Tapanahonirivier. President Bouterse gaf eerder te kennen dat er een weg zou komen naar Manaus in Brazilië en zelfs een spoorlijn naar de grens met Brazilië. “Die spoorlijn is een droom”, stelt Boksteen, “in het meerjarenplan komt die ook niet voor.” Ook de verbinding naar Brazilië is onduidelijk. “Het ministerie van Openbare Werken heeft het ook over een andere richting. De weg zou dan van Semoisie westwaarts via Kwamalasamuto lopen, omdat daar de enige aansluiting is met Brazilië, langs een Braziliaans nationaal park. Niets is zeker, behalve de weg die nodig is voor de uitvoering van het THP.”
Naast de noodzakelijke weg, komen er ook ‘sociale wegen’.
“Er komt in ieder geval een weg van Jaikreek naar Stoelmanseiland”, zegt Boksteen. “De mensen in het binnenland kennen de ontwikkelde samenleving. Ze willen wegen en elektriciteit. Het is absoluut noodzakelijk dat die er komen, voordat de dammen zijn gebouwd.” Daarom moet er een Community Development Agreement (CDA) komen, een overeenkomst voor lokale ontwikkeling tussen de bewoners van het binnenland en Staatsolie en de overheid. In oktober vorig jaar is Boksteen, als consultant van Staatsolie, met een delegatie onder begeleiding van de districtcommissarissen, in Asindonopo aan de Boven-Surinamerivier en in Apetina, Palumeu en Tepu aan de Tapanahonirivier geweest.
“Er is gesproken met een granman en kapiteins om medewerking te krijgen als straks de technische haalbaarheidsstudie en de SEA’s starten, de studies naar de sociale en milieueffecten.”
Sieuwnath Naipal |
Volgens Boksteen was eigenlijk niemand tegen het THP. “De mensen willen wel garanties dat beloften worden nagekomen, want er bestaat groot wantrouwen naar de overheid.”
Of inderdaad niemand in het binnenland tegen het THP is, staat nog te bezien. Uit een enquête onder bewoners van twintig dorpen langs de Boven-Surinamerivier kwam duidelijk naar voren dat mensen alleen instemmen met een weg als de overheid eindelijk hun grondenrechten regelt. Ze voelen er niets voor om straks grond kwijt te raken aan buitenstaanders, die mogelijk houtconcessies krijgen of andere projecten opstarten. Daarnaast stellen ze voorwaarden aan de ligging van een weg en de levering van stroom en ze willen garanties dat negatieve gevolgen, zoals afname van werkgelegenheid voor bootsmannen en toename van onveiligheid door openstelling van hun woongebied, worden voorkomen. Kortom, de bevolking eist haar recht op om vooraf geïnformeerd te worden en inspraak te hebben bij de vormgeving van plannen.
Saramaccavonnis
Bovendien moet de regering toestemming vragen als ze wil overgaan tot exploitatie van grondstoffen in het leefgebied van inheemse volkeren. De Saramaccaanse bevolking in Boven-Suriname beroept zich op het Saramaccavonnis, dat is uitgesproken door de Inter-Amerikaanse commissie voor de Mensenrechten. Kern is dat Suriname zich dient te houden aan de internationale afspraken over rechten van inheemse volkeren, die het land heeft ondertekend.
Het informeren van de Wayana- en Triogemeenschappen langs de Tapanahonirivier is nog maar net begonnen. Van onderling overleg is nog nauwelijks sprake geweest. In december zou mogelijk een vergadering van de dorpen langs de rivier plaatsvinden in Drietabbetje. Staatsolie zou de kosten van de bijeenkomst voor zijn rekening nemen. Want het bedrijf is er alles aan gelegen dat de bevolking niet dwarsligt. Begin dit jaar moet gestart worden met een haalbaarheidsonderzoek, zowel op technisch als op sociaal gebied, maar ook ten aanzien van de gevolgen voor het milieu.
Boksteen pleit ervoor dat er voor de invoering van het THP een echt bestemmingsplan wordt gemaakt, dat juridisch is verankerd en waaraan mensen rechten kunnen ontlenen. “Voordat het zover is, moeten we geen boom omhakken”, stelt Boksteen. Het is echter de vraag of er een uitvoerige SEA onder de indiaanse bevolking wordt uitgevoerd. En als het gebeurt, of er dan ‘duidelijk wordt gesproken’, zoals Sieuwnath Naipal het formuleert. De hydroloog en hoogleraar aan de Anton de Kom Universiteit meent dat de inheemsen niet weten wat er gebeurt; iedereen oordeelt vanuit zijn eigen positie en overziet niet het geheel. “Dat is het probleem met zo’n SEA: je krijgt eruit wat je erin stopt. Dus de uitkomst ligt al vast.”
Kapitein Asongo van Sipaliwini zegt in Paramaribo, waar hij het seminar bijwoonde, wel van een mogelijke weg te hebben gehoord, maar de preciese plannen van het THP kende hij niet. Laat staan dat hij wist van het verdwijnen van het dorp Palumeu. “Ik wil praten met Staatsolie over hun beslissing. Ze vermoorden mijn mensen.” Eén van zijn zoons is kapitein in Palumeu. “De inwoners daar willen niet weg. Nu al wil de Baptistengemeente geen nieuwe kerk bouwen, blijkbaar omdat het dorp verdwijnt. Maar we willen ons niet weg laten sturen.” Asongo hoopt op onderhandelingen en op steun daarbij. Want hij ziet gevaar dreigen: “Als de Trio’s niet meewerken, krijgen ze niets. We willen wel stroom en Staatsolie moet die leveren.”
Het onderstreept de zienswijze van Naipal, die zegt dat de Indianen geen migranten meer zijn. “Dat is iets van vroeger. In Palumeu zijn er nu medische voorzieningen en een school en er is werkgelegenheid door het vliegveld en door het vakantieressort van Mets. Ook in Drietabbetje, waar ik samen met de bewoners een kleine hydrocentrale bouw voor lokaal gebruik, zijn ze tegen de aanleg van een dam.”
Naipal wijst erop dat het THP begrensd is. “De vraag naar energie blijft groeien, maar het THP kan niet steeds meer energie gaan leveren. Er is dus altijd aanvullende energie nodig.”Hij heeft grote twijfels over het nut en de betaalbaarheid van dit plan voor hydro-energie. “Eén van de grootste kostenposten zijn de transmissielijnen, want dorpen liggen vaak ver van de bron van energie. Dan zijn er nog de kosten van herlocatie van de bewoners van Palumeu en kosten om overstromingen te voorkomen in Paramaribo door de hogere waterstand.”
Naipal benadrukt dat het gaat om een grootschalig project, waarbij water wordt onttrokken aan het ene stroomgebied en wordt verplaatst naar het andere stroomgebied. “Dat heeft grote gevolgen voor de ecologie: er stroomt dan continu meer water door de Surinamerivier met een hogere snelheid, wat ook leidt tot erosie. Verandering van waterstand in de Tapanahonirivier heeft invloed op de vegetatie, de visstand en leidt tot een verminderd transport van sediment. Bewoners zijn afhankelijk van het water, voor drinken, vervoer en visvangst. En dan hebben we de gevolgen van klimaatverandering nog niet meegerekend. Wat gebeurt er als de zeespiegel een meter stijgt? Waarom zou je kiezen voor hydro-energie met zulke onomkeerbare gevolgen en problemen voor mens en milieu? Waarom vernietigen, als er ook een alternatief is?”
Dat alternatief is het opwekken van energie in de Guyanastroom. “Het is een continue stroom met veel potentie, die duurzaam is en geen problemen berokkent, in tegenstelling tot het THP. De universiteit heeft de intentie met onderzoek te beginnen.” Waarom wordt dit alternatief dan nergens genoemd? “Wat het makkelijkst is, wordt gebruikt. Maar de makkelijke bronnen worden nu schaars, je moet op zoek gaan naar innovatieve technieken, naar schone energie. De beperking van Suriname is dat we niet naar de zee kijken, we leven van het binnenland en de rivieren. De zee is geen achtertuin, er is systeem en inzicht nodig om er energie op te wekken. Nu is er nog voldoende van alles, we hebben de wereld veel te geven: bos, het vastleggen van CO2. En precies dat nemen we weg, dat kan toch niet.”
Desgevraagd doet Boksteen de mogelijkheden van de Guyanastroom af met: “Dromen. Daar heb je op de korte termijn niets aan.” Naipal houdt van dromen, zegt hij. “Vroeg of laat komt men naar die dromen toe, want de ontwikkeling is al gaande en die moeten we oppakken.”
Onbemind
Een ander argument is dat opwekken van energie uit de Guyanastroom onbetaalbaar is. Ook dat ziet Naipal anders. “Begin met een kort onderzoek of de stroom genoeg energie oplevert. Stop die twintig miljoen die een SEA kost, in dit onderzoek. Dan houd je nog dik geld over. Op zee vinden momenteel exploratiewerkzaamheden naar olie plaats. Dan kun je in een moeite door onderzoek doen naar de golfstroom.” Nog onbegrijpelijker vindt Naipal het dat er geen gebruik wordt gemaakt van de stroming in de rivier bij de bruggen. “Daar kun je nu al energie opwekken.”Naipal pleit voor onderzoek naar alle vormen van schone energie, ook wind- en zonne-energie. “Ik zeg niet dat hydro-energie per se slecht is, maar je moet kijken waar je het toepast. In bergachtige gebieden is het iets anders dan in het laagland, waar je er grote gebieden voor nodig hebt. Hydro-energie is een zogenaamde bewezen technologie, maar wel een die dateert uit 1900. We hebben nu al te maken met klimaatverandering. Iedere druppel die dat verergert, maakt dat de emmer vol raakt. Dan hebben we een ‘bewezen ramp’. In mijn ogen is het THP geen duurzaam model en zijn de risico’s te groot. Doe eerst ander onderzoek, het THP kan altijd nog.”
Seminar |
Op 23 november 2011 vond een seminar plaats aan de Anton de Kom Universiteit over de mogelijke gevolgen van mega-infrastructuurprogramma’s, zoals de aangekondigde weg naar Brazilië en het Tapajai Hydro Plan. Dit seminar vormde de afsluiting van een meerjarig project, waar onderzoekers uit Suriname en Nederland aan hebben deelgenomen. In een speciale bijlage van Parbode van december 2011 zijn de resultaten van het project toegankelijk gemaakt voor een breed publiek. Op de bijgeleverde dvd zijn onderzoeksverslagen opgenomen, een film over het impactgebied van de Surinaamse cineast Jurgen Lisse en een instructiefilm over het gebruik van GIS (Geografisch Informatie Systeem). Hiermee kan iedereen met een internetaansluiting met behulp van kaarten volgen welke veranderingen er in het binnenland plaatsvinden. |