Uit de rechtszaal: Voorganger verdacht van verkrachting: ‘Ik heb een fout gemaakt, dat is menselijk’
“Is het gebruikelijk dat iemand bij een gebedssessie in een bikershort en T-shirt gekleed gaat? Was het een shirt zoals u nu aanhebt of een zweefbloes?” Scherp en genadeloos waren de vragen van advocaat Derrick Veira aan B., een 21-jarige student die haar voorganger beschuldigt van verkrachting tijdens een gebedssessie.
Tekst: Valerie Fris
Raadsman Veira liet geen spaan heel van het slachtoffer, die op bepaalde momenten zichtbaar geraakt was door zijn vragen. “Ik wil niet onaangenaam zijn, maar ik probeer slechts de waarheid boven water te halen”, zei Veira. Hij staat C.L., een voorganger werkzaam op het Kabinet van de Vicepresident, juridisch bij in de vermeende verkrachtingszaak.
Onaangekondigd bezoek
Het slachtoffer B. verbleef in een studioruimte waar bij binnenkomst het bed direct te zien is. Stoelen had ze niet, maar toen voorganger C.L. bij haar thuis langskwam, bood ze hem een plekje aan op haar bed. De voorganger had haar eerder op de dag benaderd met de vraag of hij ‘meteen kon langskomen’. Dit gebeurde nadat B. via de telefoon had aangegeven dat ze gebed nodig had, vanwege problemen met haar baarmoeder. Maar ze had niet verwacht dat C.L. naar haar huis zou komen, getuigt B. in de rechtbank.
Tijdens het gebed smeerde de voorganger zalfolie op haar buik en lippen. Na het bidden vroeg C.L. naar haar seksuele activiteiten. B. antwoordde dat zij zeven keer omgang heeft gehad met haar ex-vriend. “Als dat gebeurd is, moet ik ook zeven keer bij je binnendringen”, zou C.L. hebben gezegd. Nadat hij omgang had met de jonge vrouw vroeg hij haar om de morning after pil te gebruiken. “Zulke bevrijdingen moeten aan niemand verder verteld worden”, zou de voorganger eraan hebben toegevoegd. Vervolgens legde hij SRD 200 op het bed. Dit moest B. in haar portemonnee plaatsen ‘voor geluk’, aldus de verklaring van het slachtoffer.
Afkeurenswaardig, niet strafrechtelijk
Uit het onderzoek van de rechtbank kwam naar voren dat de 21-jarige student C.L. eerder ook om financiële steun had gevraagd om haar huur van SRD 7.000 te betalen. C.L. bood aan om vanuit de kerkgemeente hulp te bieden. B. moest daarvoor wel een formulier invullen en haar ID-kaart overleggen. “Anders gaat men mij niet geloven en gaat het [geld] naar de volgende”, appte C.L. via WhatsApp. Advocaat Chandra Algoe, die samen met collega Veira advocaat is van de voorganger, vraagt zich luidop af of B. daarmee niet een verkeerd beeld heeft gegeven. “Dat je meer wilde doen voor de financiële steun”, verklaart Algoe. B. heeft de financiële steun uiteindelijk niet aangenomen.
Tegenover kantonrechter Maureen Dayala, die de uiteindelijke beslissing zal nemen in de zaak, zegt C.L. het niet goed te spreken dat hij geslachtsgemeenschap heeft gehad met de jonge vrouw. “Maar mensen kunnen fouten maken, ook een voorganger”, zegt C.L. Zijn raadsman Veira is ook van mening dat het handelen van zijn cliënt maatschappelijk afkeurenswaardig is, maar strafrechtelijk is er volgens hem geen bewijs van verkrachting. Veira is van oordeel dat zijn cliënt maatschappelijk al is veroordeeld, vanwege de verschillende mediaberichten over de zaak, en vraagt om zijn cliënt in vrijheid te stellen. De rechter moet nog uitspraak doen.
Gepubliceerd in het juni/juli-dubbelnummer 229 van Parbode, verkrijgbaar in de winkel (in Suriname)
Wilt u digitaal lezen? Kijk op www.parbode.com/abonneren






