Voorwoord: De vergeten briefcoup

Het terugdringen van de macht van de militairen is wellicht de grootste uitdaging geweest na de terugkeer van de democratie in 1987. Dit bleek bijvoorbeeld rond Kerst 1990, toen één telefoontje uit het militaire kamp voldoende was om de regering naar huis te sturen. Minder bekend dan deze telefooncoup, is een mislukte couppoging per brief, enkele jaren later.
Arnold Kruisland, destijds voorzitter van de Defensiecommissie in De Nationale Assemblée, attendeerde Parbode erop, dat hij in die dagen door DNA-voorzitter Lachmon werd ontboden. Hij had een heel goede verstandhouding met ‘Papa Lach’, die altijd tegen hem zei: ‘Als Jopie je vertrouwt, moet ik jou ook vertrouwen’. Lachmon informeerde Krusu dat de militaire leiding een brief aan hem en president Venetiaan had gericht waarin stond dat de macht die dag om 18:00 uur moest worden overgedragen aan het militair gezag. Lachmon was in alle staten en hoopte dat Krusu zijn invloed zou uitoefenen op Venetiaan om af te treden. De VHP-voorman was namelijk bevreesd dat er een gevaarlijke situatie zou ontstaan als als ze niet tegemoetkwamen aan de eisen.
Het pleit echter voor de moed en standvastigheid van Vene dat hij geen duimbreed is geweken. ‘Ach, ik heb niet eens tijd om Lachmon te bellen. Laat ze komen, ik treed voor niemand af. Het volk heeft een verkiezing gehouden en op basis daarvan ben ik gekozen’, zou de toenmalige president tegen Krusu hebben gezegd.
In zijn De toekomst van ons verleden blikt oud-premier Jules Sedney terug op de post-militaire periode. ‘De conclusie is gerechtvaardigd dat de regering-Venetiaan met vaste hand Suriname op het spoor van de democratie heeft geplaatst en er geen weg terug is’, luidt een van zijn analyses. Moeilijk om het daarmee niet eens te zijn.