boekrecensie: Dubbelbloed – Parbode Sneak Peek
Etchica Voorn, geboren uit een Nederlandse moeder en een Surinaamse vader, groeit op in Nederland. Ze is lang, honingbruin met groene ogen en blond kroeshaar. Zij slaagt erin haar dubbele ervaringen met haar Nederlandse landgenoten en Surinaamse familie te delen op een manier die de lezer raakt. Het is een knappe biografie waarvan elk hoofdstuk een awkward of liefdevolle situatie uit haar leven beschrijft, vaak emotioneel heftig, en voelbaar grievend. De gouden regel: show, don’t tell, is goed nageleefd. Er is geen woord te veel gebruikt, dat maakt dat de 21 hoofdstukken een goede flow hebben en je geïnteresseerd door blijft lezen.Toch zijn er ook mensen, vooral die stevig geworteld zijn in moeders en vaders familie, Suriname en Nederland, moksi’s, geen bounty´s, die met onbegrip reageren op haar identiteitsworsteling.
Onvoorwaardelijke liefde krijgt ze van haar zusje en Hollandse nichtjes, die staan op de voor- en achteromslag van het boek. Ook de toegewijde zorg in haar jeugd van haar Drentse oma en moeder is aanwezig. Herinneringen aan haar vader zijn enkele nachtmerrie-achtige flitsen, want er was extreem huiselijk geweld in haar kleutertijd. Na de scheiding – toen ze een kleuter was – mochten zij weleens bij hun vader logeren. Op haar tiende plantte een Surinaams nichtje plotseling een hak in haar rug met de woorden, denk niet dat je beter bent omdat je wit bent. En dat gebeurt in zijn huis. In Suriname, haar vaders geboorteland, krijgt ze wat achtergronden van haar vaders familie.Over straffen die te wreed zijn, beschreven door zijn acht jaar jongere neef die samen met hem opgroeide. Haar vader eindigde in wat bekendstond als ‘Rijpere Jeugd’, ’s Lands Opvoedingsgesticht, maar in Nederland ontpopte pa Voorn zich als een begaafd congaspeler.
In hoofdstuk 20 komen we straffen tegen die iedereen in Su kent, minimaal van horen zeggen. Bij bezoek aan de historische exposities Wit over Zwart, een koto-expo en een over slavernij, voelt Etchica Voorn haar dubbele bloed. Niet te ontkennen en met de jaren meer voelbaar en onontkoombaar nadat haar Surinaamse neef die voetbal international was overlijdt bij de SLM-vliegramp. Drie maanden daarna moest ze ook nog het overlijden verwerken van haar Surinaamse oma, die haar neef was komen begraven, en de dood van haar vader. Alle drie werden ze in Nederland begraven. Het lijkt alsof al haar banden met haar onbekende Surinaamse deel worden doorgesneden.
Iedereen die Creoolse of Afro-Surinaamse begrafenis ceremoniën heeft meegemaakt begrijpt waarom. Deze begrafenissen worden gehouden op een expressieve, spirituele en artistieke manier: zang, muziek en dans, er wordt met de kist op de schouders gedanst, alles om de nabestaanden op te beuren en te scheiden van de overledene. Luidruchtig en dramatisch ontladen van emoties, de troostzangen, de omhelzingen, het rituele afscheid. Grievende ervaringen, enkele kleine en een hoop grote pijnlijke en traumatische, Voorn heeft ze opgespaard, onthouden en weergegeven.
Het hele artikel is te lezen in het februarinummer van Parbode