Cedric van Samson: ‘Ik idealiseerde Bouterse’ – Parbode Sneak Peek
“Ik heb echt een harde politieke les geleerd. Wanneer mensen zeggen dat ze gaan voor politieke verandering voor ontwikkeling, hoeven ze dat niet altijd te belijden met het hart, ze willen eigenlijk het systeem in stand houden waarbij zij de macht kunnen behouden.” Aan het woord is Cedric van Samson, de luis in de pels van Desi Bouterse die via politieke protestliederen een persoonlijke strijd voerde tegen de man die hij ooit idealiseerde.
Criticus, programmamaker en artiest Cedric van Samson is letterlijk een geboren NDP’er, gepokt en gemazeld in het huishouden van een militaire stiefvader en een NDP-moeder van vóór het eerste uur. “De eerste vergaderingen van wat nog niet eens de NDP was, werden bij mij thuis gehouden. Mijn stiefvader was de persoonlijke monteur van Bouta. Ook zoon Dino kwam vaak over de vloer. Ons ouderlijk huis was een van de adressen waar men CIS-pakketten kon ophalen.” Als Van Samson als jongetje van zes een tekening maakt van zijn grote held Desi Bouterse in vol ornaat, geeft de juf hem een 5. Bij navraag krijgt zegt de juf tegen Cedrics moeder dat haar zoon ‘die duivelse man’ had getekend. Moeder plaatst hem op een andere school, en tegelijkertijd op het Potlood en Penseelinstituut, het latere Nola Hatterman instituut. Hiermee wilde ze voorkomen dat haar zoon de lust tot tekenen zou vergaan. Wat had kunnen uitgroeien tot een trauma, heeft door zijn moeders optreden zijn karakter helpen vormen.
Of de NDP zijn eerste liefde was? “Ik idealiseerde Bouterse. Ik vond hem een toffe man. Men gaf zoveel af op hem, en toch, had hij altijd een smile op zijn gezicht.”
Les 1: Politieke loyaliteit bestaat niet
“Ik deed mee met de activiteiten van de NDP, en was vaak te vinden in Ocer. Vlak voor de verkiezingen van 1996 kreeg ik mijn eerste politieke les: mensen die een politiek huis hebben, hoeven niet per se politiek loyaal te zijn, bovendien is het niet gek om maatregelen te treffen om je van hun loyaliteit te verzekeren.” Zijn les heeft hij geleerd toen rr- en dr-leden de avond voor de stemming in Ocer moesten blijven slapen, om te voorkomen dat ze vlak voor de stemming nog omgekocht zouden worden. Natuurlijk kende Van Samson dit fenomeen, maar toch niet bij zijn NDP?
Intussen ontstonden er onlusten onder de regering-Wijdenbosch, waar Van Samson als student ook bij betrokken raakte. Hij zag het misgaan, alle “rotzooi die Bosje uithaalde”, en veronderstelde dat als Bouterse de regie niet uit handen had gegeven aan Bosje, als ‘Voorie’ zelf de regeermacht had genomen, dat het dan het niet zo bedroevend slecht was gegaan in het land. Van Samson was ervan overtuigd: “Na Bosje por’ a sani, Bouta moet het gewoon zelf doen.”
‘Terugdraaien government take’
In 2005, werd de government take op brandstof ingevoerd. Het volk was ziedend. Van Samson ook: hij was taxichaffeur. ‘Voorie’ verdedigde in Ocer tegenover hem de overtuiging dat de government take ongedaan gemaakt kon worden: ‘Er zijn mogelijkheden, er is geld, er is goedkope olie van Petro Caribe in Venezuela, we kunnen met andere landen dealen, we hoeven onze hand niet op te houden voor Nederland.’ Bouta verzekert dat zodra hij aan de macht is de lanti grabu teruggedraaid wordt. En Van Samson gelooft hem.
Het was de tijd van het Jongerencollectief met Phil Hertzberg en Donovan Grep. Bouva komt in the picture, Van Samson wordt woordvoerder. Hij krijgt geregeld het verzoek van Clifton ‘Limbo’ Limburg om in Bakana Tori zijn mening te geven over verschillende zaken, zoals fraude bij gronduitgifte, “omdat ik uit het kamp van Bouterse kwam en ik goed zaken kon verwoorden.”
Les 2: Nooit ageren tegen eigen partij
“Het verschil begon toen de NDP aan de macht kwam in 2010, omdat veel zaken waarvan beloofd was dat zouden veranderen, niet bleken te veranderen. En toen…was ik in 2012 de persoon die de klokkenluider was in de ontslagzaak van een zekere Peneux bij OW.” Bouterse liet hem ontheffen, maar toen ontstond er een anti-Cedric-beweging binnen de partij; Peneux bleek een vertrouweling van NDP-topper Ramon Abrahams. Van Samson: “Dit was mijn tweede politieke les: dat je niet ageert tegen mensen van je eigen partij. Veel zouden ze niet tegen mij kunnen uitrichten, omdat ik niet de ambitie had om ambtenaar te worden. Ik draaide een taxibedrijf. Voor de uitbreiding daarvan vroeg ik een stukje terrein aan. Het enige dat men zou kunnen doen was ervoor zorgen dat ik dat stuk grond niet zou krijgen. Wat ook is gebeurd.”
Frappant is dat Cedric zelf nog altijd niet op de hoogte was van de anti-Cedric movement in de partij. Hij ving hier voor het eerst een glimp van op, toen hij een andere probleemsituatie onder de aandacht van ‘Voorie’ wilde brengen: “Ik merkte dat alle deuren voor mij gesloten bleven. President Bouterse hield audiëntie voor zijn mensen, maar niet meer voor mij. Ik kon mijn voorzitter niet meer contacten, en ik werd niet meer uitgenodigd voor kadermeetings. Toch had ik nog het idee: hij heeft het druk.”
Het hele artikel is te lezen in de maarteditie van Parbode.